Het Nederlands neemt bij het vertalen een aparte plaats in, en nog wel een ondankbare aparte plaats. De vertaler in of uit het Nederlands is op twee manieren gehandicapt.
Ten eerste: door een nationaal vooroordeel dat met de paplepel – dus nog vóór enig onderwijs – wordt ingegoten: n.l. als zou de Nederlander zijn vreemde talen zo makkelijk leren. Het resultaat is daardoor meestal het omgekeerde.
Ten tweede: door het eigenaardige feit dat het Nederlands niet wordt onderwezen als een kunst die men moet leren beheersen en verfijnd toepassen, zulks in tegenstelling met name tot het Frans, het Engels, het Spaans en andere talen.
Het resultaat is o.m. dat niet alleen iedereen meent te kunnen schrijven, maar ook dat iedereen denkt te kunnen vertalen. Zolang deze situatie blijft bestaan kunnen we stellen dat het Nederlands een veel te belangrijke zaak is om nog langer te worden overgelaten aan uitsluitend neerlandici. Men kan bovendien stellen dat de neerlandicus eerst een graad zal moeten halen in een andere taal, die wél als kunst wordt aangeleerd.
Aangezien het Nederlands niet wordt aangeleerd als een kunst, kan men zich afvragen: wat gebeurt er met de tijd die dán vrij komt? Juist. Daar is een afleidingsmanoeuvre voor.
Andere talen hebben stijlen, het Nederlands heeft spellingen. In andere talen leert men zich uitdrukken, in Nederland, met een veel makkelijker schrijfwijze dan Engels of Frans, zeurt men over een bijzaak als spelling….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.