In 1279, lang voor de uitvinding van de psychotherapie, zocht een Italiaanse jood afleiding voor zijn nachtenlange gepieker. Hij pakte een Italiaanse versie van een Arthurroman en zette zich aan de vertaling ervan in het Hebreeuws. Omdat er nauwelijks een onjoodser literair genre denkbaar is dan de ridderroman excuseerde de tobberige vertaler zich eerst uitgebreid en bezwoer hij de lezers dat er ook in gojse fabels en geschiedenissen een moraal te vinden was. Ook beweerde hij de tekst uiterst getrouw te zullen weergeven en alleen een aantal ‘irrelevante zaken’ over te slaan. Daarna begon hij het verhaal over de verwekking en geboorte van koning Arthur. Diens doop wordt om tactisch joodse redenen weggelaten, en in plaats daarvan brengt de vertaler geen besnijdenis, maar wel een pseudo-Bijbelse verklaring van de naam Arthur: ‘hij die geboren is door middel van arte’, namelijk de tovenaarskunst van Merlijn. Ook in de verdere loop van het verhaal worden ‘irrelevante zaken’ weggelaten, zoals het kerkbezoek van Lancelot. Het kerstfeest wordt ontkerstend tot een banket en beschreven in de woorden van het boek Esther, wat bij de joodse lezer associaties met Poerim oproept. En ten slotte vindt de vertaler voor het woord ‘graal’ het Talmoedische tamchoei, de schotel waarop joodse armen voedsel kregen uitgereikt. Zo heeft de anonieme vertaler een prachtig staaltje van joods vertalen ten beste gegeven, al wil de ironie van het joodse noodlot dat zijn handschrift is geëindigd in de bibliotheek van het Vaticaan.
Joods vertalen kan ook andersom: van een joodse taal in een niet-joodse…
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.