Italianen hebben een woord voor dat kringetje dat een koel, beslagen glas achterlaat op een tafel: culaccino. Japanners noemen de zon die door de bladeren schijnt komorebi. De Duitser die pas bij het weglopen op het perfecte antwoord komt: Treppenwitz. Inuit die steeds opnieuw verwachtingsvol kijken of iemand er al aan komt: iktsuarpok. De verstrengeling van angst en opwinding bij aanvang van een reis noemen de Zweden resfeber.
Woorden die alleen bestaan in hun eigen taal, ze hebben ogenblikkelijk iets sympathieks, maar hoe komt dat toch? Waaruit bestaat precies hun vreemde charme? En wat kunnen wij leren van dit fenomeen waar zélf ook geen woord voor is?
Ik moet een jaar of zestien zijn geweest toen mijn lerares Nederlands me er voor het eerst mee confronteerde. Of eigenlijk was het Jan Jacob Slauerhoff, dat schooljaar onze ‘kernauteur’. Aan een afdeling in zijn bundel Een eerlijk zeemansgraf (1936) gaf hij de Portugese naam ‘saudades’ mee…
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.