Halverwege de grauwe jaren negentig leest in een donkere kelder in het Poolse Wrocław, te midden van sombere, in het zwart geklede dichtende tijdgenoten, een jonge vrouw in een felrode trui haar ontroerende verhaal over een geïmagineerde liefde Amos voor. Zo ziet mijn eerste kennismaking met Olga Tokarczuk eruit en hoewel rood niet de kleur is van de verbeelding blijft het beeld van deze ontmoeting als een soort allegorie terugkomen, elke keer als ik word gevraagd iets te vertellen over haar helder en fantasierijk proza en haar plaats binnen de Poolse literatuur: voor mij kwam toen met haar en haar verhaal in een groezelige werkelijkheid de verbeelding aan de macht. Bij de presentatie van De Jacobsboeken ruim vijfentwintig jaar later in De Balie zag ik Olga Tokarczuk opnieuw en ik zag het goed: ze droeg een felrode sjaal op een inktzwarte jurk.
De Jacobsboeken is nochtans een ruim negenhonderd pagina’s tellende historische roman die vanuit, zoals in de ondertitel aangegeven, verschillende perspectieven het schier buitenissige verhaal vertelt van Jacob Frank (1726-1791) en zijn volgelingen tegen de achtergrond van en tot op zekere hoogte ook parallel lopend aan de geschiedenis van het langzaam afglijden van het onafhankelijke achttiende-eeuwse Polen na de eerste Poolse deling in 1792 en het vervolgens verdwijnen van die Poolse staat van de kaart van Europa. De uit Podolië afkomstige Jacob Frank had in navolging van Sjabsaj Tsvi zichzelf tot Messias verklaard en was de stichter van een naar hem vernoemde en ten opzichte van het Jodendom ketterse, want zich assimilerende Joodse sekte. Ten tijde van oorlogen, roof, vervolgingen en pogroms verzamelde hij enkele honderden, mogelijk duizenden Joden om zich heen, beloofde hun veiligheid, respect en autonomie en leidde hen op godsdienstig terrein via bekering tot eerst de Islam en later het christendom, zonder hen helemaal hun eigenzinnige (kabbalistische?) Joodse geloof te laten afzweren – en geografisch vanuit Podolië via Polen en Moravië ten slotte naar Oostenrijk, weg uit de hen teisterende onvrijheid.
Als de vertaler de schrijver tracht te beschermen tegen lastige vragen van collegavertalers over historische onjuistheden in de roman met het argument dat zij immers zelf ‘Imaginatie’ als een van de belangrijkste inspiratiebronnen had opgevoerd en dat zij zodoende het volste recht had om bijvoorbeeld de eerste uitvoering van Le Nozze di Figaro niet in 1786 maar in 1784 te laten plaatsvinden dan werpt zij tegen dat ze een historische roman heeft geschreven en dat de feiten moeten kloppen….
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.