Wanneer wij Nederlanders ons een kikker voorstellen, denken we aan een forse Hollandse boerenkikker, die met een eerlijke, gezonde ‘plons’ de sloot in duikt. Japanse kikkers zijn echter veel kleiner – hooguit vijf centimeter, schat ik – en al maakt zo’n diertje een bommetje, dan zal het nóg geen ‘plons’ veroorzaken. Het is een veel bescheidener, veel minder opdringerig geluid. Als je er niet op let, hoor je het nauwelijks. Het is misschien niet armetierig en lichamelijk zwak, zoals het op Dazai overkwam, maar luid is beslist anders. Dazai, moet ik voor de volledigheid even vermelden, stond in de druilende regen te peinzen over zijn kinderjaren, waaraan hij gemengde herinneringen had, en hoogstwaarschijnlijk vereenzelvigde hij zich met de ‘armzalige’ levensvorm die het plopje had veroorzaakt.
Japanse kikkertjes zijn ook niet zo mooi groen als de Nederlandse, maar hebben een bruine schutkleur. Ze vallen zo veel minder op, zowel tussen de bladeren als in het water zelf. Als je dus zo’n zacht plopje hoort, moet je gauw zijn als je het kikkertje wilt zien, en vaak is de rimpeling in het water de enige aanwijzing van wat er is gebeurd. Het is een heel vergankelijk moment dat Bashō voor zijn gedicht had gekozen, en Dazai heeft groot gelijk wanneer hij benadrukt dat er niks moois of artistieks aan is…..
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.