Een schrijver hoeft nog geen goed vertaler te zijn. En omgekeerd. Oscar, jij schrijft en hebt vertaald. Heeft het vertalen bij jou grote invloed gehad op je schrijverschap? Ben je anders gaan schrijven?
OT: Ja. Het heeft een inspirerende en taaltechnisch zuiverende invloed op mij gehad.
Je bent soberder gaan schrijven. Dat ervaar je als een voordeel?
OT: Ja, absoluut. Het lijkt me voor jonge auteurs heel goed zich intensief bezig te houden met het werk van buitenlandse auteurs. Via het vertalen van anderen, kun je je eigen pen scherpen. Maar vertalen louter als training komt weinig voor. Althans, ik ken weinig gevallen. Ik heb me in de jaren zestig op Kosinski geworpen omdat het een auteur is waar ik affiniteit mee had.
WvB: Er zijn twee redenen waarom men vertaalt. Ten eerste: om den brode. Dat is tevens goed voor de routine, want close vertalen is close reading en goed leren in het Nederlands te formuleren. De tweede reden is: verwantschap met het werk. Je kunt zó weg zijn van een bepaalde schrijver, dat je zijn werk graag in onze taal wilt uitdragen. Voorbeelden daarvan zijn Hugo Claus, die Dylan Thomas, en Bernlef, die Stig Dagerman heeft vertaald.
OT: Verwantschap en bewondering staan dan voorop. Maar het komt zelden voor dat een schrijver de vertaling van een beroemd boek aanvat met de doelbewuste opzet iets te leren.
WvB: Overigens zijn schrijvers niet altijd de beste vertalers. Wel goede navertellers…
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.