Toen ik te horen had gekregen dat de keuze voor de Nijhoffprijs dit jaar op mij was gevallen, ging ik opeens met meer interesse de televisiereclame bekijken. Het viel me op hoeveel autoreclames er voorbijkwamen. En telkens riep ik dan uit: van het geld van de prijs kan ik wel vier Kia Picanto’s kopen. Of drie Citroëns C3. Of – met maar tweeduizend euro bijbetaling – één Mercedes uit de C-klasse. Mijn man keek dan misprijzend op van zijn krant. Ten eerste rijden wij al jaren tot volle tevredenheid in een Toyota Prius en mochten we die ooit inruilen, dan toch zeker niet voor vier Kia Picanto’s, en al helemáál niet voor een Mercedes uit de C-klasse. Maar ten tweede, zo las ik in zijn blik: het is een geweldige eer om deze prijs te ontvangen, dan ga je toch niet meteen bedenken waaraan je het geld wilt uitgeven. En zo is het natuurlijk ook. Het is de mooiste prijs die je als literair vertaler kunt krijgen. Dus toen Ellen Overweel van het Prins Bernhard Cultuurfonds mij – in juli al – belde en ik eindelijk begrepen had dat ze me niet vroeg om donateur te worden, dacht ik wel even: waaraan en aan wie heb ik deze eer te danken? Natuurlijk in de eerste plaats aan de jury. Maar hoe kwam de jury op het idee?
Zolang als ik me kan herinneren ben ik bezig geweest met lezen, schrijven en luisteren (en ook met spreken, natuurlijk, maar toch minder). Als ik in een vreemd land ben, zeker als het een land met andere letters is, lees ik hardop alle reclameteksten langs de weg voor en probeer ze te vertalen (ook dan begint mijn man soms enigszins verstoord te kijken). De belangstelling voor taal en vertalen en de onbedwingbare behoefte om taalfouten van anderen te verbeteren heb ik ongetwijfeld van thuis meegekregen….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u het juryrapport uit 2014 lezen.