Unieker is wel het feit dat Boon, en Boon alléén, mij tot het leren van het Nederlands heeft aangespoord. Zo is het echt gebeurd: ik ging naar een boekhandel in Stockholm om Teach yourself Dutch te kopen, verwachtend dat ik heel vlug al die onvertaalde boeken van Boon zou kunnen lezen. Het ging, op het nippertje en uiteraard zonder enig gevoel voor de nuances in zijn taalgebruik; met moeite heb ik De bende van Jan de Lichte doorgeworsteld. Aldus was ik – tenminste met één teen – binnen een taalgebied en een literatuur geraakt, waarin spoedig heel wat meer dan Boontje de moeite waard zou blijken. In 1979 ging ik voor ’t eerst als een tikkeltje native speaking naar Nederland en Vlaanderen.
Wat er dan volgt behoort tot de geschiedenis, of liever gezegd tot de aparte en separate tak van mijn bellettrie die vertalen heet. Wanneer ikzelf geen schrijver was zou ik het nooit aandurven de grote, en soms meesterlijke, literatuur te vertalen. Zonder dit jarenlang zoeken naar de juiste uitdrukkingen van menselijke emoties in het Zweeds zou ik niet meer dan een gewoon lezer zijn. Een tekst op een verantwoorde en juiste manier vertalen is voor mijn gevoel te vergelijken met wat een schrijver doet als hij ingewikkelde gebeurtenissen of subtiele zinnenprikkelingen moet vertolken. Het spreekt dus vanzelf dat ik alleen boeken aanvat die mijn hart, mijn hersens en mijn lichaam na staan. Mijn zuivere taalkennis berust op deze vrij subjectieve factoren. Als gevolg daarvan bestaan er voor mij geen moeilijke boeken, alleen boeken die mij wel of niet aanspreken….
….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u het juryrapport uit 1991 lezen.