Misschien kan ik het beste iets zeggen over mijn persoonlijke ervaringen. Ik begon te vertalen nu een halve eeuw geleden. Ik was jong, en met angst en beven, met veel geduld ook, deed ik pogingen om Alkaion, Sapfo, Shelley, Goethe en Calderón te vertalen. Een van de redenen daarvoor was dat de bestaande vertalingen mij niet bevielen. Ik probeerde dus nauwere relaties te vinden tussen de Griekse, Engelse, Duitse, Spaanse woorden en die van mijn eigen taal. Ik trachtte door te dringen in de bedoelingen van de buitenlandse dichter en daarvoor een Italiaans equivalent te vinden.
Dat ging bijzonder moeizaam, en het blééf proberen. Maar nog vandaag, na een halve eeuw zoals ik zei, zie ik geen kans een scherp- omschreven antwoord te geven op de vraag waarin de kunst bestaat van het literaire vertalen. Ik moet me tevreden stellen met banaal aandoende standpunten. Een daarvan is het volgende: voor vertalen is natuurlijk een goede, ja zelfs diepe kennis vereist van de zogenaamde ‘vreemde’ taal, maar in elk geval van de taal waarin vertaald wordt. Dat is meestal de moedertaal. En hier ligt een veelvoorkomend misverstand: want hoeveel mensen bezitten een grondige kennis van hun eigen taal, van haar eisen en haar mogelijkheden?
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u het juryrapport uit 1964 lezen.