Aleida Schot (1900-1969), slavist en literair vertaler, ontving in 1955 de eerste ‘M. Nijhoff vertaalprijs’. Ze was een van de eerste vertalers die rechtstreeks uit het Russisch in het Nederlands vertaalde en niet, zoals destijds te doen gebruikelijk was uit Duitse of Engelse vertalingen van Russische literatuur in het Nederlands. Bij testament kreeg de stichting die haar naam draagt opdracht ‘uit de haar toekomende auteursrechten de meest verdienstelijke vertaler uit een van de Slavische talen, als blijk van hulde, een prijs toe te kennen’. De prijs wordt vanaf 1981 eens in de twee jaar uitgereikt.
2022 – Charlotte Pothuizen voor haar vertalingen uit de moderne Poolse literatuur, in het bijzonder voor de romans van Szczepan Twardoch De koning en Het zwarte koninkrijk
2020 – Peter Zeeman voor zijn gehele oeuvre
2018 – Robbert-Jan Henkes voor zijn bijzondere kindergedichtenvertaling uit het Russisch Bij ons op de maan.
2015 – Madeleine Mes voor haar vertaling uit het Russisch van Abrikozen op sap en andere verhalen van Alexander Solzjenitsyn
2013 – Kees Jiskoot voor zijn vertaling van Sergej Esenin, Gedichten
2011 – Roel Schuyt voor zijn vertaling van De nieuwkomers (Prisleki) van Lojze Kovačič uit het Sloveens en zijn vele andere vertalingen uit Slavische talen
2009 – Froukje Slofstra voor haar vertaling uit het Russisch van Leven & lot van Vasili Grossman
2007 – Edgar de Bruin voor zijn vertalingen uit het Tsjechisch, in het bijzonder voor het boek Spoelen met teerzeep van Jáchym Topol
2005 – Anne Stoffel voor haar vertalingen uit het Russisch van Boris Ryzji, Wolken boven E, van Vladimir Nabokov, Gedichten, en haar aandeel in Werken van Marina Tsvetajeva en Werken van Anton Tsjechov
2003 – Hans Boland voor zijn vertalingen van Russische poëzie, in het bijzonder voor de bundel Vroege lyriek van Alexander Poesjkin
2001 – Aai Prins voor haar vertalingen van Velimir Chlebnikovs Zangezi en andere Russische literatuur
1999 – Arthur Langeveld voor zijn vertaling van Tolstojs De biecht en ander klassiek en modern Russisch proza
1997 – Frans-Joseph van Agt voor zijn vertalingen van poëzie van Alexander Poesjkin
1995 – Karol Lesman voor zijn vertaling van de roman Onverzadigbaarheid van de Poolse schrijver Stanisław Ignacy Witkiewicz
1993 – Reina Dokter voor haar vertalingen uit het Servokroatisch, met name van de romans van Danilo Kiš en Aleksandar Tišma
1991 – Jan Robert Braat, Arie van der Ent, Marko Fondse, Arthur Langeveld, Marc Schreurs, Charles B. Timmer (postuum), Kees Verheul, Peter Zeeman, Leidse slavisten met Karel van het Reve en een werkgroep van het Slavisch Instituut van de Universiteit van Utrecht onder leiding van Arthur Langeveld, voor hun vertaling van gedichten van Joseph Brodsky, in de bundel De herfstkreet van de havik (onder redactie van Kees Verheul)
1989 – Laurens Reedijk voor zijn vertaling van Andrej Platonovs, Tsjevengoer, Roman van een stad
1987 – Yolanda Bloemen en Marja Wiebes voor hun vertaling van Andrej Sinjavski’s roman Goedenacht
1985 – Kees Mercks voor zijn vertaling van Jiři Grusa, Het vragenformulier (of Gebed voor een stad en een vriend)
1983 – Jan Robert Braat voor zijn vertalingen uit de Russische literatuur
1981 – Gerard Cruys (Gerard Kruisman) voor zijn vertalingen van Russisch proza van Vladimir Vojnovitsj en Sasja Sokolov