Ich wandere an der Friedhofsmauer entlang, bis die Straße sich gabelt. Nach Südosten führt sie durch Olivenhaine, wird zwischen Bambusgestrüpp und Weinfeldern zu einem Feldweg, der einen schütteren Birkenhain streift. Drei, vier Birken, versprengte Boten, Irrgäste zwischen Olivenbäumen, Steineichen und Weinstöcken stehen schief auf einer Art Nase, die sich neben dem Weg erhebt.
Ik wandel langs de muur van het kerkhof, totdat de weg zich splitst. Naar het zuidoosten loopt hij door olijfgaarden en gaat tussen bamboestruiken en wijngaarden over in een veldweg die langs een ijl berkenbosje scheert. Drie, vier berken, boodschappers die de weg zijn kwijtgeraakt, dwaalgasten tussen de olijfbomen, steeneiken en wijnstokken, staan scheef op een soort uitsteeksel [Nase] naast de weg.
Zo luidt de tweede alinea van het eerste hoofdstuk. Voorlopige versie, want tussen de vierkante haken staat een woord waarvoor ik niet een-twee-drie een oplossing weet. Een Nase is een neus, eventueel een uitbouw, een erker of een uitsteeksel. Berken die op een neus staan? Best gek. Uitsteeksel dan? Ik doe het er voorlopig mee, maar vind het een nietszeggend passe-partoutwoord, waarvan niemand wijzer wordt. Hoe zou die Nase er precies uitzien? Google vindt veel voor je, maar zoiets niet.
Zelf een kijkje nemen is het enige wat erop zit…
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.