Kijk, voor mij is het van groot belang dat als Kafka zijn werk voorlas, vaak ’s morgens als hij ’s nachts geschreven had, aan zijn zusjes, en ’s avonds aan zijn vrienden, dat hij dan af en toe moest ophouden van het lachen. Dat lijkt wel veel te biografisch, maar het is wel heel bepalend hoe je tegen dat werk aankijkt, als je dat begint te lezen met die hele bibliotheek Kafka heb je de neiging om dat werk te lezen alsof het belast is met een enorm gewicht.
Ja, het is een man van zijn tijd, van zijn milieu, in die gekke overgangsfase tussen de twee eeuwen, en dat spreekt ook uit de dagboeken en de brieven. Maar ook humor. Ik wil hem niet afdoen als een leuke absurdist, maar je moet de lichtheid ook zien. Tot voor kort waren K. Schippers en ik geloof ik de enigen die om Amerika moesten lachen. Dat speelt in een Amerika dat Kafka helemaal zelf heeft bedacht, en er zit een achtervolgingsscène in, dat Karl Rossman achtervolgd wordt, en daarin maakt hij af en toe sprongetjes – dat is toch Chaplin! Kafka heeft Chaplin ook gezien, dat weten we, hij was een groot bioscoopganger. In die achtervolging komt hij op een kruispunt aan, en dan verschijnt een tweede agent, ‘gereed om op het juiste ogenblik op Karl af te springen’. Karl vlucht op het laatste nippertje een zijstraat in, met een beweging die Kafka zó beschrijft: ‘…(hij) ging, om de agenten zoveel mogelijk te verrassen, op één voet draaiend met een haakse bocht de straat in.’ Dat is echt… dat is de Keystone Cops. Ik wil niet beweren dat het allemaal leuk en luchtig is, maar die elementen zitten er veel sterker in dan het Kafka-onderzoek altijd beweerde….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.