Ik voel mij blij en tevreden. Hoe bestaat het, zult u misschien zeggen. Zou het niet van hoogmoed getuigen als ik niet verheugd was na zo te zijn geprijsd en geprezen? En toch, zo meen ik, is hoogmoed in elke literaire vertaler latent aanwezig, zo goed als trouwens in elke schrijver, dus in al die zogenoemde daders van het woord, die voor hun gevoel soeverein heersen over de wereld in taal, die kiezen vóór het ene woord en tégen het andere, die de feiten naar hún hand zetten, de lezer dwingend voor-schrijven hoe het was, of zal worden, en die voor de tijd dat zij duurt niet een geschiedenis maar de geschiedenis maken.
Die soevereiniteit, een schijnvrijheid misschien maar wel een macht, voelt ook de vertaler soms als hij beslissingen moet nemen, keuzen moet doen, kortom: als hij zijn vertaalstrategie vastlegt en uitvoert.
Omdat echter de vertaler met de oorspronkelijke auteur als het ware een Siamese tweeling vormt (vanuit de tijd gezien een onjuiste vergelijking, want het origineel is eerstgeborene natuurlijk, alleen voor de duur van zijn vertaalarbeid voelt de vertaler het wel zo), hij dus vastgeketend zit aan een wederhelft, die – hoewel toch ook maar deel van de tweeling – oudere rechten schijnt te hebben en probeert te domineren, merkt hij alras dat hoogmoed ook een bedreiging is en in zijn geval tot zelfdoding kan leiden.
Anders gezegd: hoogmoed, of beter: eigenzinnigheid in het vertalen, waarmee ik bedoel: een constructieve eigen-wijsheid, het gevoel van: ik wil niet anders, en trouwens, het kan niet anders, de overtuiging dat je bezig bent niet een vertaling maar de vertaling te maken, is iets dat aanwezig is in iedere goede vertaler….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u het juryrapport uit 1984 lezen.