We hebben om halftien afgesproken op onze inmiddels vaste plek: het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis voor het Centraal Station. Ik ben wat vroeger, maar zie dan Jáchym met een grote grijns aan komen lopen. Jáchym Topol, door de Duitse literatuurkritiek tot de jongste klassieke schrijver van Europa gebombardeerd, heeft voor twee maanden op kosten van het Nederlands Letterenfonds als writer-in-residence zijn intrek genomen in het Schrijvershuis aan het Spui. Hij zit er al een tijdje en schrijft vooral stukjes voor een groot landelijk Tsjechisch dagblad. Zo heeft hij voor de krant een ode aan De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans geschreven, dat onlangs in het Tsjechisch is vertaald. Hij zit immers op een steenworp afstand van de Universiteitsbibliotheek waar Osewoudt in vluchtte. ‘Misschien wel het beste boek dat ik ooit heb gelezen,’ heeft hij me toevertrouwd. Later zal hij nog over de Damschreeuwer schrijven als hij op 4 mei de Dodenherdenking bijwoont. Verder, beweert hij, broedt hij op een nieuw boek.
Vandaag echter, het is eind april, maken we samen een uitstapje, een dagje uit naar Den Helder en Texel. Toen ik hem namelijk vertelde over de opstand van het door de Duitse Wehrmacht ingelijfde Georgische bataljon in april 1945 was zijn belangstelling direct gewekt. Communisten, nazi’s, oorlog, geschiedenis, daarvoor is Topol altijd te porren.
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.