Behalve rijk en pittig, kan Jans bloemrijke stijl ronduit poëtisch worden genoemd. Dit geldt met name voor zijn beeldspraken en analogieën. Ook deze zullen soms uit de volksmond komen – straattaal kan uitermate kleurrijk zijn – maar ook wel eens van eigen vinding zijn. Het lijkt erop dat Jan een sterk associatieve, welhaast dichterlijke geest had, op zijn minst als hij de ganzenveer hanteerde. Het wemelt in Des coninx summe van vergelijkingen en metaforen, veelal toegevoegde. De wereld is een grote markt, die alle mogelijke koopwaar veil heeft; roem vliegt voorbij zoals een vogel, waarna de lucht zich sluit alsof er niets gebeurd is; een praatziek mens is als een rammelende oliemolen; ijdelheid is hovenier van hoogmoed; eigendunk is als de koekoek die alleen zichzelf bezingt; een nijdas weet zelfs gif te zuigen uit een bloem die bijen honing geeft; vleiers dekken alles toe, zoals de staart die hangt voor het onreinste van het dier; schrokoppen zouden willen dat ze halzen hadden als kraanvogels en magen als koeien; mensen zijn soms nodeloos bang, net als kinderen voor gakkende ganzen; een echte luiaard zou nog liever in zijn kerker blijven liggen rotten dan het trapje te beklimmen naar een openstaande uitgang; lichamelijk genot is als een druppel dauw die van een afstand op een edelsteen gelijkt, maar neervalt als men hem wil pakken; wereldwijs is gek voor God. En ook een keer: ‘Wat heb ik God misdaan? Heb ik soms tegen de maan gepiest?’
Frases als deze geven in bredere zin te denken…
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.