Mijn aanwezigheid hier berust op een reeks paradoxen: Ten eerste: het gaat hier om een feest van de Nederlandse taal en ik ben waarschijnlijk de enige niet-Nederlandstalige in deze zaal; weliswaar is dit slechts schijnbaar paradoxaal, daar we toch allen uiteraard een bijzondere interesse voor de taalcontacten hebben.
Ten tweede: de jury van de Martinus Nijhoffprijs heeft als vertaler van Nederlandse literatuur een slavist bekroond.
Wat eigenaardig schijnt ook de reden waarom ik deze fel begeerde Nederlandse prijs ontvang, namelijk de vertaling van een Vlaamse auteur, en in het bijzonder het meest typisch Vlaamse werk dat deze Vlaming ooit geschreven heeft. Maar wie zou durven ontkennen dat Hugo Claus een eminente plaats bekleedt in de Nederlandse letteren in het algemeen – ik bedoel: de hedendaagse literatuur in de Nederlandse taal. Het is dan ook een reden te meer om de jury voor haar keuze te bedanken: dat er geen verschil gemaakt wordt tussen Zuid-Nederlandse en Noord-Nederlandse schrijvers is mijns inziens een zeer grote verdienste van de Martinus Nijhoff-juryleden en het bestuur van het Prins Bernhard Fonds. (En u mag mij geloven: iedere nuchtere Belg heeft wat ervaring opgedaan op het gebied van regionalisme, taalchauvinisme en dergelijke culturele rampen.) Ik ben dus heel blij en dankbaar dat u, Nederlanders, in feite een heel belangrijke prijs toegekend hebt aan twee Belgen, Claus en Van Crugten.
Toch moet ik weer op een soort paradox wijzen: hoewel ik een Franstalige Brusselaar ben, heb ik waarschijnlijk meer Nederlands bloed in mijn aders dan Hugo Claus….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u het juryrapport uit 1988 lezen.