Kort geleden heeft een Nederlands dichter en schrijver in aforismes en opstellen een soort campagne gevoerd, die in de kern een lange parafrase was van de stelling dat een vertaler een verrader is, het oude ‘traduttore tradittore’, dat vertalen van literaire kunstwerken welke die naam verdienen tot de volstrekte onmogelijkheden behoort. Daartegenover las ik de vorige week in een bespreking van een nieuwe Engelse Bijbelvertaling door een Nederlands theoloog dat vertalen een kunst, en misschien de hoogste kunst is.
Geen van deze twee uitersten zijn voor mij waar: ‘Ni cette indignité, ni cet excès d’honneur.’ In de dagen dat Martinus Nijhoff in Amsterdam woonde, – al dertig jaar geleden – heb ik vele malen met hem over vertalen gepraat. Wij waren het dikwijls oneens, bijvoorbeeld over de vraag of en in hoeverre een groot dichter bij het vertalen zijn eigen persoonlijkheid die van de oorspronkelijke auteur mag laten overheersen. Maar over één ding bestond tussen ons geen verschil van mening: vertalen, ook in een zogenaamd polyglot land als het onze, is een noodzaak….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u het juryrapport uit 1961 lezen.