‘De literatuur van een land wordt gemaakt door schrijvers, de wereldliteratuur door vertalers.’
José Saramago
Als mijn moeder nog geleefd had, zou ze vandaag zevenennegentig zijn geworden. Mijn moeder heeft niets met vertalen te maken. Mijn moeder sprak nauwelijks Nederlands. Mijn moeder sprak dialect. Maar mijn moeder vertelde wel verhalen. In de achtertuin bijvoorbeeld, wanneer ze daar de was ophing. Breed uitgesponnen, met veel zijsporen en tussenwerpsels als ‘zei ik’, ‘ik zei’ en ‘ik zei nog zo, ik zeg’. (Ik zou eigenlijk moeten zeggen: ‘ich zach nog zoe, ich zèk,’ maar ik heb het maar voor u vertaald.) En de buurvrouw luisterde en deed hetzelfde.
De buurvrouw die op zekere dag op haar fiets stapte en op de voor haar karakteristieke wijze, haar armen gekromd als krukassen, naar de Zuid-Willemsvaart twee kilometer verderop reed en in het water van dat vooruitgangskanaal verdween. Niet langer bestand tegen haar man, een grofbesnaarde veehandelaar die ongevraagd liet weten dat hij, als hij moest kiezen tussen zijn vrouw en Prins, toch wel de voorkeur gaf aan zijn zwartwitte jachthond. Hij was ook voorzitter van de voetbalclub, de RKSVA, Rooms-Katholieke Sportvereniging Altweerterheide, of, in de altijd oneerbiedige volksmond, Rotte Katten Stinken Van Achter, en lardeerde zijn toespraken bij feestelijke gelegenheden als kampioenschap en degradatie met om de drie woorden een vloek. Ook als meneer pastoor erbij was, die dan een gedogend oortje dichthield…
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.