Het is eigenlijk heel verbazend dat juist in Nederland, met zijn niet bijster ontwikkelde taalzelfbewustzijn – denk alleen maar aan het vaak treurige voorbeeld dat onze ministers, kamerleden en captains of industry dag in dag uit plegen te geven – een behoorlijk strenge norm wordt aangelegd wanneer het gaat om literaire vertalingen.
Ik houd het er zelfs op dat wij het wat dat betreft beter doen dan onze grote Europese buurtalen. Daarbij spelen denkelijk twee factoren een rol. De ene is onze veel grotere openheid: er wordt domweg veel meer vertaald, en waar meer vertaald wordt, neemt de kans op specialisatie en daarmee ook op kwaliteit toe. De andere factor is van heel andere orde. Die wordt bepaald door de rol die de overheid als subsidiënt van literair belangrijk geachte vertalingen alweer enkele tientallen jaren speelt. Ik doel hier natuurlijk op de sleutelpositie die voorheen het Fonds voor de Letteren, later het Letterenfonds, in dit geheel is gaan innemen. Trouwens, ook als instigator althans bekostiger van een universitaire opleiding voor vertalers heeft diezelfde rijksoverheid – en ongeveer in dezelfde periode – een belangrijke stap gezet.
Maar vertalen is heel lang liefdewerk oud papier geweest. Er is misschien geen betere plek om je daarvan bewust te worden dan een uitgeverij….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.