In alle stilte en toewijding die het vertalen van verre teksten vergt klinkt die vraag vanzelfsprekend voortdurend mee: wat zeggen die teksten mij, ons nu, in die schroefdraad van ons heden?
Daar is al veel over geschreven. En het is wonderlijk om vast te stellen hoe véél die teksten nog zeggen, over ons als mens, als samenleving, als politieke en liefhebbende en zoekende wezens. Maar het wonderlijkst heb ik telkens weer gevonden: de taal.
Dat ik hier en nu die taal van toen in een taal van nu, of in een taal van toen én nu, mag ver-talen: daarin schuilt, althans voor mij, het grootste wonder.
Natuurlijk klonk ze toen anders, werd ze anders gebruikt, anders opgevoerd. De taal. We weten soms zelfs niet precies hoe. Maar op een gegeven ogenblik komt de vertaler toch in een soort tussentijd terecht – of noem het een altijd-tijd – die diep in woorden, zinnen, beelden zit. Hoe oud of jong ze ook zijn.
Die altijd-tijd kan bij het vertalen voor een vervoering zorgen. Het besef dat er in het hart, of in de zenuwbanen van de taal iets tijdloos klopt of tikt of gewoon doorgaat. Van tijd naar tijd….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.