Het problematische maar tegelijkertijd intrigerende van vertalen is dat je je telkens opnieuw de stijl van een auteur moet zien eigen te maken. Ik heb boeken vertaald van qua stijl uiteenlopende auteurs als Bret Easton Ellis, Ernest Hemingway, William Faulkner, Malcolm Lowry en Thomas Pynchon, en telkens heeft het tientallen bladzijden geduurd voordat ik het idee had dat ik hun teksten in aanvaardbaar Nederlands kon overzetten, uiteraard met dien verstande dat zoiets bij Faulkner, Lowry of Pynchon langer duurt dan bij bijvoorbeeld Hemingway of Easton Ellis. Maar je krijgt een auteur pas echt onder de knie, als ik het zo oneerbiedig mag uitdrukken, nadat je vele boeken van hem of haar hebt vertaald. Na dertien boeken, oftewel zo’n kleine miljoen woorden, van J.M. Coetzee te hebben vertaald, durf ik de stelling aan dat ik zijn manier van schrijven wel zo’n beetje beheers, al is waakzaamheid voor een geroutineerde aanpak natuurlijk altijd geboden. Al zijn er grote vormverschillen tussen romans als Wereld en wandel van Michael K, Dagboek van een slecht jaar en Zomertijd, de stijl blijft, zoals Coetzee zelf zegt in zijn artikel, over het algemeen helder, met duidelijke syntactische verbanden tussen woorden en logische constructies. Het grootste vertaalprobleem blijft de bondige, bijna kale manier van schrijven die Coetzee hanteert, met een minimaal gebruik van woorden. Je hoort weleens beweren dat Nederlandse vertalingen van Engelse teksten in de regel ongeveer tien procent uitlopen, maar als ik dat al acceptabel zou vinden, dan zeker niet in het geval van Coetzee, omdat ik daarmee zijn stijl tekort zou doen. Ik ben tijdens het vertalen dan ook voortdurend aan het slijpen, voortdurend op zoek naar manieren om het in het Nederlands even helder maar met minder woorden te zeggen…
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.