Als je een nog levende schrijver vertaalt, is het natuurlijk heel nuttig (en vaak ook heel leuk) om die schrijver vragen te kunnen stellen – over de betekenis van één enkel woord, over een in jouw ogen vreemde of cryptische formulering, over realia, over slang en dialect, en ten slotte over dingen die niet kloppen, of laten we het maar gewoon ‘slordigheden’ noemen; dingen die jij als vertaler – als grondige lezer en gedegen opzoeker – hebt gesignaleerd: onjuiste jaartallen, cijfers, spelling van namen, beestjes en planten, historische feiten enz. Dingen die eigenlijk door een goede redactie eruit gehaald hadden moeten worden, maar die de vertaler dan, het liefst na overleg met de schrijver, corrigeert. De vertaler als redacteur. Als dat contact met de schrijver soepel verloopt en de schrijver blij is met jouw opmerkzaamheid, dat is óók vertalersgeluk.
Maar bij Edna O’Brien is dat geen sinecure. Zij heeft namelijk een hekel aan het beantwoorden van vragen van vertalers. Ze vindt dat de tekst maar voor zich moet spreken. Bovendien is ze digitaal niet zo actief, om het zacht uit te drukken, ze houdt niet van mailen en schrijft het liefst alles met de hand. Haar rechtstreeks benaderen is onmogelijk, alles gaat via de uitgever en via haar agent, áls het al gebeurt….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.