De mop zit hem in de aandoenlijke grootheidswaan van die muis, die opgetogen denkt dat ze sámen zo lekker stampen. Maar als het een goede muis was, zou hij met zijn staartje al zijn zichtbare sporen achter zich uitvegen. Dus precies daarom dient de vertaler alert te zijn op zijn idiosyncrasieën en in staat te zijn ze ondergeschikt te maken aan die van de auteur. Idealiter gaat dat min of meer vanzelf, maar een eerste vereiste is hoe dan ook dat je altijd blijft twijfelen aan de juistheid van je beslissingen. Over je beperkingen heb je echter geen macht; de kruik gaat immers zo lang te water tot ze barst, en het grootste gevaar van je beperkingen schuilt in een al dan niet aangeboren onvermogen je persoonlijke voorkeuren het zwijgen op te leggen.
Maar voor mij staat één ding muurvast: geen lezer komt op een boek af omdat hij zo in de vertaler geïnteresseerd is, of die zich nu eigenmachtig tot coauteur promoveert of niet. Wie Balzac, Tolstoj, Cervantes of Shakespeare vertaalt, is zelf geen Balzac, Tolstoj, Cervantes of Shakespeare. Dus wat hij dan zelf ook voor stijl mag hebben is irrelevant. Een goede vertaler moet in staat zijn die ‘eigen stijl’ terzijde te schuiven en zich in de stijl van zijn auteur onder te dompelen. Als hij dat niet kan of, sterker nog, niet vindt dat hij dat hóeft te kunnen, is het domweg geen goede vertaler. Dan kan hij beter solo– in plaats van co-auteur worden en een roman van vergelijkbaar kaliber trachten te produceren. En maar hopen dat die vertaald wordt door iemand die zijn stijl respecteert.
Nee, een goede vertaler heeft zich te schikken. Alleen dan kan hij over zijn eigen schaduw heen stappen en een vertaling tot stand proberen te brengen die het werk van de ware auteur recht doet. Want daar gaat het om, alleen daarom….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.