Ik heb niet veel te zeggen, en wat ik wel te zeggen heb is niet in de allerbeste Nederlandse woorden. In de eerste plaats zou ik niet durven in uitgebreide traditionele Nederlandse retorische volzinnen te spreken, omdat net in het midden van zo’n zin zeker een de-woord in plaats van een het-woord zou komen, en het hele effect zou dan verloren gaan. Ik zal dus alleen in mijn vrij eenvoudig Nederlands zeggen: bedankt, hartelijk bedankt, uit het diepst van mijn hart bedankt – dank aan de Nederlandse dichters, die mij de stof hebben gegeven om mee te werken, dank aan het Prins Bernhard Fonds, dank aan zoveel andere mensen die me hebben geholpen, zoals vooral mijn medevertaler Hans van Marle, met tientallen, misschien honderdtallen fouten, in mijn vertalingen te voorkomen en te verbeteren. Ik zou trouwens helemaal terug kunnen gaan tot ongeveer mijn tiende jaar, en zeggen: dank aan mijn onderwijzeressen, die me mijn eerste belangstelling in poëzie hebben weten te geven, die me ongeweten uiteindelijk tot deze zaal in Den Haag heeft gevoerd. En dank aan u allemaal voor uw morele steun aan mijn kleine bijdrage tot de belangrijke taak van het overbrengen van Nederlandse letterkunde, Nederlandse cultuur aan de rest van de wereld….
…………….. Download rechtsboven de PDF om ook de voordracht te lezen. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u de beide juryrapporten uit 1956 lezen.