Dames en heren, ik neem even de gelegenheid waar om ook even kort te bedanken iedereen die natuurlijk betrokken is geweest. Maar eerst op verzoek van de onvolprezen voorzitster vertel ik even wat mij gisteravond laat is overkomen tijdens een interview voor de radio in het programma Met het Oog op Morgen.
Laat ik beginnen met het begin. Toen ik ging studeren, ruim vijftig jaar geleden, en mijn naam is Schrijvers, moest ik in mijn groentijd van iedere ouderejaarsstudent het gedicht van Guido Gezelle opzeggen: ‘Het Schrijverke’. Maar de cultuur en onze beschaving gaat verder, want twintig jaar later werd mijn naam alleen nog maar geassocieerd met een keeper van het Nederlands elftal, ook Piet Schrijvers geheten.
Ik heb vaak aan mijn deur, toen ik in Leiden woonde, jongetjes gehad aan wie ik dan een handtekening gaf. Maar als ik dan zei: ‘Ik ben niet de keeper’, dropen zij teleurgesteld af.
Wat gebeurt mij nu? Voor de zoveelste keer sta ik gisteravond laat in de studio in het interview. Hebben de journalisten, zoals ze zelf zeiden, een ‘gebbetje uitgehaald’. Ze hebben namelijk een stuk Lucretius, uit boek 4, laten voorlezen door mijn naamgenoot, de keeper Piet Schrijvers.
U begrijpt, ik heb nog maar één hoop en verlangen in dit leven: dat volgende week bij die keeper nu twee jongetjes komen. Hij geeft een handtekening. En dan zeggen die jongens: Wat jammer, u bent niet de vertaler….
….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u het juryrapport uit 2011 lezen.