Een vertaler treedt maar zelden in de publiciteit. Een enkel gesprekje in een van de talrijke praat- en cultuurprogramma’s die de radio rijk is, is het maximale wat er in zit. Zo ben ik jaren geleden eens verzeild geraakt in het radioprogramma van Ischa Meijer. De opname die ik daarvan in mijn bezit heb durf ik niet meer af te luisteren, maar ik herinner me nog heel goed Ischa’s laatste vraag, op een moment dat ik net opgelucht dacht dat het gesprek ten einde was. ‘Wat is nou eigenlijk het leuke van vertalen?’ vroeg hij me op de valreep. In de gauwigheid wist ik geen ander antwoord te bedenken dan ‘Je kunt opstaan wanneer je wilt’. Maar ook al is het ontbreken van een dagelijkse aanwezigheidsplicht, een prikklok of welke externe dwang dan ook inderdaad een van de onschatbare voordelen van het vertalersbestaan, ik besefte wel dat ik me er met een goedkope kwinkslag van afmaakte.
Hoewel Ischa Meijer allang dood is, wil ik vandaag proberen een iets dieper gaand antwoord op zijn vraag te geven.
Interessant is om te beginnen het feit dat hij deze vraag überhaupt stelde. Zou hij het in zijn hoofd halen om Haitink te vragen wat het leuke van dirigeren is, of Frank de Boer wat het leuke van voetballen is, of Henriëtte Schenk wat het leuke van zingen is? Ik denk het niet…
….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u het juryrapport uit 1999 lezen.