Ernst van Altena stond in 1948 na zijn driejarige HBS voor de keus om hetzij op een kantoor te gaan werken voor 65 gulden per maand of voor 25 gulden per avond met zijn klarinet op de vele feesten in de naoorlogse wederopbouwtijd te spelen. Naast het spelen van dixieland en swing vertaalde hij chansons van grammofoonplaten met teksten van Jacques Prévert, Georges Brassens, Charles Trenet en Maurice Béart. Verder vertaalde hij poëzie van dichters als Morgenstern en Tucholsky. Op zijn achttiende vertrok hij met zijn klarinet naar Frankrijk waar hij ’s zomers door het land zwierf en in Parijs werd ingewijd in de wereld van cabaret en chanson. In 1954 keerde hij terug naar Nederland en ging als copywriter voor reclamebureaus werken, net zoals schrijvers als Nooteboom, Frenkel Frank, Herman Pieter de Boer, Max Dendermonde, Simon Carmiggelt. Er was goud geld in die branche te verdienen maar er werd ook op neergekeken. Langzamerhand ging hij er ook cabaret en radio bijdoen: elke week leverde hij drie liedteksten voor een AVRO-programma. Destijds was er voor auteurs veel werk bij de radio: Eli Asser maakte bijvoorbeeld hoorspelen en Van Altena zat er voor de lyriek (vertalingen van Brel, Brassens, Béart). ’s Nachts werkte hij aan zijn vertaling van het oeuvre van François Villon, met wie hij via Brassens had kennisgemaakt. Zijn geld verdiende hij vooral in de reclame; zo kon hij het zich op zijn vijfentwintigste permitteren om een nieuwe DS aan te schaffen van wel 12.000 gulden.
De Martinus Nijhoffprijs in 1965 (voor de verzamelde gedichten van François Villon, waaraan hij zeven jaar had gewerkt) leverde hem naast de destijds geldende beloning van 3000 gulden ook veel aanzien op…
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.