Er zijn mensen die vertalen makkelijk vinden. Zelf ben ik níét een van die mensen. Vertalen vind ik eerlijk gezegd niet te doen.
Volgens Peter Buwalda heeft Thomas Roosenboom eens gezegd dat het schrijven van een goed boek eigenlijk onmogelijk is, dat je als auteur steevast ‘boven je macht werkt’.
Nu heeft een schrijver ten opzichte van de vertaler de extra moeilijkheid dat hij ook nog eens de inhoud van het boek zelf moet verzinnen, maar toch geldt er iets dergelijks voor een vertaler. Maar waarom is dat eigenlijk zo?
Robert-Jan Henkes en Erik Bindervoet schreven bij hun vertaling van A Portrait of the Artist as a Young Man van James Joyce een toelichting van drie pagina’s over hun vertaling van de eerste zin van het boek, over alle dingen waar ze aan hebben gedacht voordat ze tot die vertaling waren gekomen. Drie pagina’s vol ingewikkelde overwegingen, die ze uiteindelijk afsloten met een monter: ‘En nu op naar zin twee.’
Het boek dat ik heb vertaald, Patria van de Baskische schrijver Fernando Aramburu, is gelukkig een stuk toegankelijker dan de boeken van Joyce, en daarmee een stuk gemakkelijker te vertalen.
Maar toch: vertalen is altijd moeilijk, want je kunt altijd aan meer dingen denken dan je doet, maar je vermogens zijn helaas steevast beperkt. Altijd zijn er dingen waar je niet aan hebt gedacht. Altijd weer vallen je naderhand dingen op die beter hadden gekund, of ze vallen iemand anders op….
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.