Tegenover mijn studenten noemde ik ze ook wel de bananenschillen van de vertaler: het gevaar voor een uitglijer ligt altijd op de loer. De reactie was dikwijls: eigennamen, die hoef je toch niet te vertalen? Voor de minst begaafden was het zelfs doodsimpel: als er een hoofdletter voor staat, mag je het zo laten staan.
Dat staat nog te bezien. Elke lezer van vertalingen heeft wel eens de wenkbrauwen gefronst wanneer hij een bepaalde eigennaam ontmoette die hij niet meteen kon plaatsen. Of juist wel: die hij meteen kon plaatsen als een vertalersfout. Zo kwam ik niet lang geleden in de vertaling van een Franse roman die zich al dan niet toevallig gedeeltelijk in Brugge afspeelt, twee minnaars tegen die – allicht niet toevallig – zaten te minnekozen bij het Lac d’Amour. Zelf vond ik dat een beetje een zwaktebod van de oorspronkelijke auteur, want bij de Damse Vaart zit je als minnaars ongetwijfeld heel wat rustiger, maar zou het – dit laatste buiten beschouwing gelaten – niet even romantisch zijn als ze zich vermeiden bij het Minnewater?
In diezelfde roman maken de hoofdpersonages trouwens een uitstapje naar het ‘typisch Vlaamse’ provinciestadje Furnes. Als goede tweetalige Belg weet ik uiteraard direct dat het om Veurne gaat en dat de penitentenprocessie aldaar de boetprocessie heet. En dat de vertaler lui is geweest (of tegen de klok heeft moeten werken, laat ik het daar maar bij houden).
Maar alvorens iemand zou denken weer te maken te hebben met zo’n ‘ambetante flamingant’ (zoek beide woorden op): in de loop van mijn lezersjaren heb ik in Nederlandse vertalingen al namen aangestreept van Italiaanse steden als ….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.