Wolgakinderen is een boek waarin realisme, magisch realisme en groteske elkaar afwisselen, met daartussendoor heel wat Sovjetjargon. Jachina is de fijnschilder onder de Russische schrijvers met een bijna onbeperkte woordenschat. Of het nu de inhoud van de ladekasten en het keukengerei op de hoeve van Klara is, het dagelijks leven in Gnadenthal voor de revolutie, de verwoestingen tijdens de burgeroorlog, een tractorfabriek, een partij biljart, of het station van Saratov, alles wordt even zorgvuldig, gedetailleerd en met kennis van zaken beschreven. Dat maakte het vertalen tot een uitdaging.
De gezegdes en sprookjes bleken geen probleem, sprookjes zijn sprookjes, in alle talen. Een groter obstakel was de taal van het zwerfjongetje, dat een prachtig bargoens spreekt. In Rusland heeft de onderwereld een geheel eigen taal die ook buiten het criminele milieu goed bekend is. Op een gegeven moment probeert het zwervertje Anna te leren praten, op zijn manier:
‘Smoel!’ zei hij duidelijk, en streek met zijn hand over zijn gezicht en daarna over dat van het meisje. ‘Ook wel bakkes. Of facie.’
‘Jatten!’ Hij hief zijn handen met gespreide vingers op. ‘En dat zijn jouw jatten.’
‘Poten!’ Hij trappelde met zijn benen.
‘Kont!’ Hij sloeg op zijn magere billen.
‘Pens! Bek! Doppen!’
Het Nederlandse bargoens kan niet aan het Russische tippen, maar heeft gelukkig wel een rijke voorraad ‘platte’ woorden, waar ik hier mijn toevlucht tot kon nemen. In het Russisch is het allemaal nog heel wat exotischer – sommige woorden waren zelfs op het internet niet te vinden – maar de humor van de situatie komt toch wel over, hoop ik…
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.