Als laatste hebben we nog een andere moeilijkheid, namelijk een werkwoord, to eff, dat de beweging van het water in de rivier moet beschrijven. Het leuke van werkwoorden is dat ze ook nog eens op allerlei manieren vervoegd moeten kunnen worden. Ik eff, jij efft, wij effen, we hebben geëfft. In het Engels is het een prima werkwoord, maar in het Nederlands hebben we wat meer lettergrepen nodig om een beweging goed te kunnen uitdrukken. Efferen biedt uitkomst.
Die ingreep maakte het ook makkelijker om misschien wel de moeilijkste zin van het hele boek te vertalen: ‘What are you doing? you said. Is this where you’ve ended up? Just effing along.’ Van dat laatste zinnetje had ik al een paar verschillende vertalingen gemaakt, die allemaal net niet lekker liepen: Op z’n effs, met de eff mee, met het geëff mee, effenderwijs, je effert gewoon voort. Ik vond effenderwijs wel een prachtig woord, maar eigenlijk te mooi voor een zin die heel hard en kwetsend moet klinken. Uiteindelijk is het geworden: ‘Je effert maar wat aan’. Wellicht onbewust beïnvloed door nog een verzonnen Nederlands werkwoord ‘aanappelen’, dat verwijst naar de werkwijze van schilder Karel Appel. Hij zei ooit in een interview: ‘Ik rotzooi maar een beetje an. Ik leg het er tegenwoordig flink dik op, ik smijt de verf er met kwasten en plamuurmessen en blote handen tegenaan, ik gooi d’r soms hele potten tegelijk op.’
Soms voelt het vertalen net zo….
…..Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.