Soms vertaal ik wel eens iets in het Nederlands en dan krijg ik soms het gevoel dat Nederlands eigenlijk een heel rare taal is. Andere talen zijn gewoon, maar Nederlands is raar. Er is bijvoorbeeld iets aan de hand, lijkt het, met vaste Nederlandse uitdrukkingen zoals de plaat poetsen, zich geen knollen voor citroenen laten verkopen, weten waar Abraham de mosterd haalt, geen twee liedjes zingen voor één cent, over de kling jagen, over de balk gooien, over de schreef gaan, boven zijn theewater zijn en noem maar op. Daar is iets mee, met die uitdrukkingen. Ik merkte dat toen onlangs Kees Fens in De Volkskrant een boek besprak van iemand die zoals Fens schrijft luchtig wilde schrijven en eigenlijk niets te zeggen had. Iemand die luchtig wil schrijven en eigenlijk niets te zeggen heeft gebruikt graag van die leuke, losse, populaire, algemeen bekende uitdrukkingen. Uit het boek dat hij bespreekt haalt Fens het als paddestoelen opschieten, het afhouden van de boot, het sparen van kool en geit, het iemand laten vallen als een hete aardappel, het niet boteren tussen twee partijen, het niet veel soeps zijn, in de soep draaien, in bochten wringen, wespennesten, het tot over de oren ergens in zitten.
In zulke gevallen lijkt het mij alsof Nederlandse uitdrukkingen iets kinderachtigs hebben, wat je in andere talen niet aantreft. Het lijkt of in het Russisch of in het Engels dat soort uitdrukkingen heel normaal zijn, maar in het Nederlands komen ze, zo lijkt het tenminste, alleen in jongensboeken voor en bij schrijvers die luchtig willen schrijven en niets te zeggen hebben….
…………….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. En hier vindt u het bestand in Word.