Graag wil ik mijn grote dank uitspreken aan het bestuur en de jury van de Aleida Schot Stichting die mij de Aleida Schot-prijs voor 2011 toekenden. Zo’n prijs win je echter nooit alleen, daar zijn altijd anderen voor medeverantwoordelijk door hun hulpvaardigheid en het vertrouwen dat ze als partner, docent, collega, uitgever en auteur in je stellen.
Mijn vertaalopleiding, om het zo te noemen, volgde ik bij Lela Zečković. In de jaren 1979 tot 1992 heb ik nauw met haar samengewerkt. Zij was af en toe een strenge meesteres, maar dat was ongetwijfeld nodig om mij in het vak in te wijden. We vertaalden onder meer een aantal gedichten van de Servische dichter Vasko Popa en de Kroatische dichter Slavko Mihalić, en enkele artikelen en twee boeken van Danilo Kiš. In 1985 werd mijn vrouw Alma bij dit werk mijn vaste medelezer, en dat is zij tot op heden gebleven.
Eind 1991 kwam ik dankzij Lela in contact met Dubravka Ugrešić, die voor NRC-Handelsblad een column schreef, getiteld ‘My American Fictionary’. Deze verscheen in 1993 met enkele aanvullingen bij Nijgh & Van Ditmar in boekvorm als Nationaliteit: geen. Dubravka sprak heel genereus van ‘naša knjiga’ – ons boek. Ik heb van Dubravka, die altijd uitmunt in scherpe observaties, nadien nog heel wat boeken en essays vertaald en ik heb het altijd een feest gevonden om dat te doen. Bovendien is zij een innemende en boeiende persoonlijkheid om mee om te gaan.
Met de Sloveense taal en literatuur maakte ik in 1993 en 1994 kennis via het werk van de Sloveense schrijver Drago Jančar, toen Reintje Gianotten van Wereldbibliotheek mij vroeg de roman Noorderlicht te vertalen…
….. Download rechtsboven de PDF voor de volledige tekst. Als uw voorkeur uitgaat naar Epub-formaat, kunt u het bestand downloaden door hier te klikken. Hier vindt u het bestand in Word en hier kunt u het juryrapport uit 2011 lezen.